Gebitsproblemen bij huisdieren:Hoe kun je dat voorkomen?
Veel huisdieren hebben gebitsproblemen. Recente literatuur geeft aan dat honden en katten vanaf twee jaar in 60 tot 70% van de gevallen een of meerdere gebitsproblemen hebben.
Het is uitermate moeilijk voor een eigenaar om gebitsproblemen te onderkennen, omdat de huisdieren pas in een laat stadium pijnuitingen laten zien. Het is gebruikelijk dat dierenartsen een gebitscheck uitvoeren op verschillende momenten bij hond en kat. Het begint bij de aanschaf van een pup of een kitten. Er wordt onderzocht of de occlusie, de beetrelatie, normaal is. Het komt nogal eens voor dat de onderkaak te lang of te kort is ten opzichte van de bovenkaak. Als daarbij dan melkhoektanden en/of snijtanden bijvoorbeeld in het gehemelte of tandvlees steken dan is dit in het merendeel van de gevallen een pijnlijke aandoening die behandeld moet worden door middel van extractie van de melkhoektanden. De redenen dat de melkhoektanden in die gevallen worden getrokken zijn:
• de uitgroei van de kaak wordt geremd door de “lock” van het melkhoektandje wat in het gehemelte prikt en door extractie wordt die opgeheven.
• het is een pijnlijke aandoening voor de pup/kitten, hoewel pup of kitten geen pijnlijkheid laten zien. Vaak laten deze zich slecht onderzoeken in de mondholte.
• de blijvende hoektand komt aan de binnenzijde door. Met extractie melkhoektand wordt er ruimte gemaakt voor de blijvende hoektand om eventueel in juiste positie te komen. Rond zes maanden leeftijd wordt er vaak een tweede gebitscheck gedaan.
Dan wordt de pup en kitten onderzocht op:
• het verloop van de tandwisseling. Met enige regelmaat is er sprake van bijvoorbeeld persisterende melkhoektanden met name bij kleine hondenrassen. De melkhoektanden staan dan samen met de blijvende hoektanden en dat zorgt voor problemen. Er is dan vaak sprake van ruimtegebrek voor overige tanden en op termijn ontstaat er vanwege ophoping tandplak/tandsteen een tandvleesontsteking (gingivitis) en parodontitis. Tevens kunnen hierbij standsafwijkingen gevonden worden van de blijvende hoektanden.
• de uitgroei van de boven- en onderkaak. Als de onderkaak te lang of te kort is ten opzichte van de bovenkaak dan is er vaak een behandeling noodzakelijk. Bij sommige rassen is er sprake van normale rasgebonden te lange onderkaak, bijvoorbeeld een boxer.
• Te veel tanden of kiezen. Dit geeft aanleiding tot ophoping van tandplak en later tandsteen. Gevolg is een gingivitis met in later stadium mogelijk een parodontitis.
• afwezige tanden en/of kiezen. Het is van belang om in een vroeg stadium te onderkennen of alle gebitselementen zijn doorgekomen. Is een tand/ kies afwezig dan is een dentale röntgenfoto geïndiceerd. Hiermee kunnen we onderzoeken of een tand/kies wel of niet is aangelegd in de mondholte. Is een tand/kies niet doorgekomen dan is een behandeling noodzakelijk.

Voorbeeld van schade aan gehemelte bij een pup door het prikken van hoektanden en snijtanden vanwege een te korte onderkaak.

Persisterende melkhoektanden in boven- en onderkaak gepaard gaande met standsafwijkingen permanent gebit.
Gingivitis en parodontitis zijn de meest voorkomende aandoeningen bij de hond en kat. Beide aandoeningen worden veroorzaakt door tandplak. Tandplak is een kleverig laagje dat het oppervlak van de kronen van de tanden en kiezen bedekt. In de tandplak zijn vele soorten bacteriën aanwezig. De bacteriën in de tandplak geven aanleiding tot een ontsteking in het tandvlees, de gingiva. De ontsteking van de gingiva noemt men een gingivitis. Wanneer een gingivitis niet behandeld wordt dan kan het overgaan in een parodontitis. Na enige tijd zal de tandplak gaan verkalken en ontstaat tandsteen. Tandsteen is dus niet de primaire oorzaak van gingivitis en parodontitis. Het parodontium wordt aangeduid als het systeem dat zorgt voor de ophanging van de tanden en kiezen in de mondholte. Daarnaast zorgt het parodontium voor de beweging van de tanden en kiezen en beschermt de tandomliggende weefsels.
Gingivitis
De verschijnselen van een gingivitis zijn rood gekleurd, gezwollen en snel bloedend tandvlees. Twee extra kiezen in de onderkaak van een kat die tevens door het ontstane ruimtegebrek gedraaid staan in de onderkaak. Niet doorgekomen linker onderhoektand bij een jonge kat. Gevolg is een cystevorming met verlies kaakbotweefsel. Indien onbehandeld breekt de onderkaak. Kies van een hond met een laag tandplak en wat tandsteen. De tandvleesrand is gezwollen vanwege de ontsteking en zal snel gaan bloeden bij aanraken. Hier is sprake van een gingivitis. Een heftige gingivitis bij een jonge kat. Vaak is er in dit stadium ook sprake van een (penetrante) mondgeur. Een gingivitis op zich is niet pijnlijk voor de patiënt. De oorzaak is zoals gezegd tandplak, een beige/witachtig stinkend laagje dat de kroon van de tanden en kiezen bedekt. Als de tandplak lang genoeg aanwezig is zal het verkalken tot tandsteen. De diagnose wordt gesteld tijdens een gebitsbehandeling met een pocketsonde. De aanhechting van de gingiva is niet verstoord in het geval van een gingivitis. De behandeling van een gingivitis is relatief eenvoudig. Een goed mondholteonderzoek en een professionele gebitsreiniging is (meestal) noodzakelijk . De nabehandeling bestaat uit het levenslang tanden poetsen op dagelijkse basis. Met het tandenpoetsen wordt de tandplak verwijderd en daarmee de oorzaak van de tandvleesontsteking. Het tandvlees en het gebit blijft dan gezond. Een gingivitis is in de regel goed te genezen.
Parodontitis
Een gezond parodontium houdt de tand of kies in de kaak. Wanneer de tandplak zich kan uitbreiden tot onder het tandvlees zal de ontstekingsreactie zich gaan uitbreiden in de diepere lagen van het parodontium. Er ontstaat een zogenaamde pocket waarin zich tandplak en tandsteen ophoopt. Een pocket is dus een ruimte tussen de wortel van de tand of kies en het kaakbot. Het kaakbot raakt steeds verder ontstoken en op termijn komt de tand of kies los te staan in de kaak waardoor deze uiteindelijk zal uitvallen. Een parodontitis volgt op een (onbehandelde) gingivitis. Het is belangrijk om te benadrukken dat niet elke gingivitis zal leiden tot een parodontitis. Het ontwikkelen van een parodontitis zal onder meer afhangen of de hond of kat gevoelig is voor het ontstaan ervan. De symptomen van een parodontitis zijn een slechte mondgeur, snel bloedend en soms teruggetrokken tandvlees waarbij de wortels bloot komen te liggen. In ernstige gevallen zullen er tanden en kiezen los staan in de kaak of al uitgevallen zijn. Een parodontitis kan een tand of kies aantasten of soms het gehele gebit. Een parodontitis kan pijnlijk zijn, zeker als er kieswortelabcessen ontstaan ten gevolge van de ontsteking. Bij kleine hondenrassen kan dit zelfs aanleiding geven tot een fractuur van de onderkaak. De diagnose parodontitis wordt gesteld tijdens een mondholteonderzoek en een professionele gebitsreiniging. Met behulp van een pocketsonde en een dentale röntgenfoto worden de pockets gediagnostiseerd. Een parodontitis is in tegenstelling tot een gingivitis niet te genezen. Wel kan het proces in veel gevallen tot stilstand worden gebracht. De behandeling bestaat uit een professionele gebitsreiniging waarbij het enorm belangrijk is dat vooral onder het tandvlees, in de pockets, de tandplak en tandsteen wordt verwijderd. Zodoende kan het weefsel zich enigszins herstellen. Om het ziekteproces onder controle te houden moet er levenslang op dagelijkse basis het gebit gepoetst worden. In slechts enkele gevallen en bij bepaalde groepen van patiënten is een antibioticumkuur noodzakelijk. Met het verstrekken van “alleen een antibioticakuur” is de aandoening beslist niet genezen.
Professionele gebitsreiniging
Een professionele gebitsreiniging bij een hond en kat wordt in alle gevallen onder narcose uitgevoerd. Een narcose wordt in de praktijk ook wel een roesje of een sedatie genoemd. De moderne narcose is relatief veilig voor de patiënt. Het is uitermate belangrijk dat de patiënt tijdens de behandeling een zogenaamde tracheotube ingebracht krijgt. Deze tube voorkomt dat er tijdens de behandeling en het onderzoek water in de luchtwegen loopt waarbij de patiënt letterlijk kan verdrinken. Tevens wordt hiermee voorkomen dat stukken tandsteen tijdens de gebitsreiniging in de luchtwegen terecht komen. Een gebitsreiniging kan een tijdrovende behandeling zijn. Het gebit wordt allereerst boven het tandvlees gereinigd en indien er sprake is van een parodontitis ook onder het tandvlees. Na de reiniging wordt het gebit mooi glad gemaakt door het te polijsten. Met een pocketsonde wordt het gebit nader geïnspecteerd en de resultaten van het onderzoek worden genoteerd in een patiëntenkaart of een gebitskaart. Aanvullend kunnen er tandheelkundige röntgenfoto’s gemaakt worden, zeker in het geval van extractie(s).
Extractie(s)
In gevorderde gevallen van een parodontitis is een extractie van een of meerdere tanden en kiezen noodzakelijk. Met name in die gevallen waarbij: • het niet meer mogelijk voor de eigenaar om die tand of kies op dagelijkse basis te reinigen of te onderhouden. Een voorbeeld hiervan is wanneer er sprake is van blootliggende wortels of een diepe pocket • de tand of kies al los staat in de kaak
Preventie
Zonder preventieve maatregelen zal de gingivitis niet genezen en de parodontitis niet tot stilstand kunnen worden gebracht. Het gebit van de hond of kat zal op dagelijkse basis en het gehele leven lang gepoetst moeten worden met een zachte tandenborstel. Het beste is om hiervoor een peutertandenborstel te gebruiken. Bij het poetsen zijn twee zaken van belang:
• de top van de wijsvinger op de borstelkop houden om zo controle uit te oefenen over de borstelbewegingen.
• Er dient een zeer lichte druk uitgeoefend te worden op de borstel. Te hard poetsen geeft tandvleesbeschadigingen.
Het gebruik van een speciale honden- of kattentandpasta is niet noodzakelijk. Het geeft tijdens de gewenning aan het tandenpoetsen een aangename smaak wat de acceptatie van het tandenpoetsen bevorderd. In de handel zijn vele mondwaters en kauwkluiven te verkrijgen. Echter er zijn geen wondermiddelen in de handel die gingivitis kunnen voorkomen en parodontitis kunnen genezen. Deze producten hebben hooguit een aanvullend en tijdelijk effect bij de gebitsverzorging. Uitsluitend het tandenpoetsen op dagelijkse basis is het meest effectief. Sommige typen kluiven kunnen schade aan het gebit veroorzaken zoals de zogenaamde hertengeweien en soepbenen/schenkels. Door hun harde textuur geven deze kluiven aanleiding tot tandfracturen, met name bij de achterste kiezen. Er zijn diverse dentale kluiven in de handel. Onderzoek heeft aangetoond dat deze zorgen voor een gemiddelde tandsteenreductie van rond de 25-27% en dan met name op de achterste kiezen. Een dental dieet is een optie die mogelijk is. Er zijn diëten op de markt die door de textuur van de brokken het tandsteen en wat tandplak verwijderen. Enkele diëten hebben tevens een chemische toevoeging die de vorming van tandsteen remmen. Ook deze werken met name op de achterste kiezen. Een jaarlijkse controle van het gebit, bijvoorbeeld bij een vaccinatie, is aan te raden. Wilt U zelf het gebit van uw huisdier in een goede conditie houden en zeker indien uw huisdier gevoelig is voor tandvleesontsteking dan is het poetsen van het gebit op dagelijkse basis de enige manier.
U kunt uw dierenarts vragen om ondersteuning hierbij.
Door: Frans Knaake Dierenarts en specailist veterinaire tandheelkunde en kaakchirurgie