Met de pot mee-eten: wat mag een hond wel of juist niet?
Het met de pot mee eten is traditioneel populair bij honden en katten bezitters. De domesticatie is begonnen doordat wij honden en katten zijn gaan voeren met hetgeen wij overhielden na het bereiden en eten van een maaltijd. Als de hele maaltijd bestaat uit zelf gekookt eten dan is de kans groot dat dit op termijn zal leiden tot tekorten.
Honden hebben ongeveer 37 voedingsstoffen dagelijks nodig en katten meer dan 40. Uit wetenschappelijk onderzoek naar recepten uit studieboeken is gebleken dan bij 95% van de recepten tenminste 1 essentiële voedingsstof ontbrak. Het is dus verstandig om deze recepten altijd door te laten rekenen door een voedingsdeskundige (Dipl. ECVCN). Als je je huisdier af en toe met de pot mee laat eten dan kan dat prima mits je geen eten geeft dat honden en katten niet goed kunnen verdragen.
Denk hierbij aan uien, knoflook, rozijnen, druiven, chocolade, koffie en cafeïne, avocado’s, macadamia noten, andere noten, alcohol, xylitol, citrusfruit, kokosnoot, paddenstoelen, melk en zuivelproducten. Ook worden zoutrijke en sterk gekruide producten afgeraden.
Uien en knoflook kunnen de rode bloedcellen beschadigen. Rozijnen en druiven kunnen de oorzaak zijn van nierziekte. Chocolade kan dodelijk zijn omdat honden en katten theobromine uit chocolade niet goed kunnen omzetten. Hoe donkerder de chocolade des te hoger het gehalte aan theobromine. Koffie en cafeïne worden ook niet goed omgezet door honden en katten en kunnen zelf dodelijk zijn. Avocado’s bevatten toxinen die honden en katten niet goed kunnen omzetten, verschijnselen beginnen met braken en diarree, maar het kan ook leiden tot neurologische klachten en dodelijk zijn. Macadamia noten kunnen een ernstige verhoging van de lichaamstemperatuur geven. Het onderliggende mechanisme is nog onbekend. Het wordt sowieso afgeraden om grote hoeveelheden noten te geven vanwege het hoge vetgehalte.
Alcohol wordt net als cafeïne nauwelijks omgezet en dus tonen honden en katten zich vrij snel dronken na inname van alcohol. Inname van vervangende zoetstoffen zoals xylitol kunnen zorgen voor een daling van de bloedsuiker spiegel en ook dit kan fataal aflopen. Er zijn meerdere gevallen aangeboden van honden die ontbijtkoek hadden gegeten met deze zoetstof en die het niet hebben overleefd. Vermijdt het geven van fruit met pit omdat deze pit soms wordt doorgeslikt en vast kan lopen. Daarnaast kunnen in citrusfruit ook weer toxinen zitten die honden en katten niet goed kunnen omzetten.
Kokosnootvlees kan stoffen bevatten die diarree kunnen geven en het water is erg rijk aan kalium. Kokosnootolie kan in beperkte hoeveelheid wel worden gegeven. Paddenstoelen kunnen giftig zijn en dat hangt sterk af van de soort. Ook zijn sommige soorten voor ons niet giftig maar voor honden en katten wel. Beter is dus om paddenstoelen niet te geven aan honden en katten. Melk en zuivelproducten kunnen wel worden gegeven, maar niet in te grote hoeveelheden anders zal dat leiden tot diarree. Verschillende kruiden kunnen ook diarreeklachten geven. Verder is het verstandig om deeg dat nog moet rijzen weg te houden bij honden en katten, want als ze dat innemen dan gaat het deeg verder gisten/rijzen in de maag met alle gevolgen van dien. Rauwe groente en aardappelen worden vaak niet goed verdragen. Rauwe eieren worden ook ontraden vanwege de hoge kans op besmetting met bacteriën. Verhitte botten kunnen versplinteren en worden om die reden ook ontraden.
Al met al is er best een lange lijst te maken met wat niet te geven, maar er blijft natuurlijk nog genoeg over.
Komkommer en appel zijn prima snacks om te geven. Een boterham met leverworst mag ook, maar denk er wel om dat die ongemerkt veel calorieën bevat.
Zo lang niet meer als 10% van de energieopname van de voeding uit extraatjes bestaat zullen de extraatjes geen invloed hebben op de totale inname van voedingsstoffen. Bij twijfel, raadpleeg altijd uw dierenarts.
nterview met: Ronald Jan Corbee, DVM, PhD, Dipl. ECVCN
(Nederlands specialist Veterinaire Diervoeding, European specialist in Veterinary and Comparative Nutrition, Utrecht University Faculty of Veterinary Medicine)
